Concurrentiebeding tijdens en na proeftijd in Zoetermeer

In Zoetermeer, met zijn bloeiende tech- en startup-ecosysteem rond het Zoetermeer Innovation Plaza en nabij de A12-corridor, is een concurrentiebeding gekoppeld aan proeftijd extra riskant. Als de proeftijd nietig is, kan het beding deels ongeldig worden, vooral als het onevenredig belastend is voor werknemers in lokale bedrijven (artikel 7:653 BW). Tijdens een geldige proeftijd mag een beding, maar na afloop gelden strengere eisen: schriftelijk, boeteclausule en redelijke duur (max. één jaar). Bij nietigheid via artikel 7:667c BW vervalt de proeftijdclausule, terwijl het hoofdcontract intact blijft. De Rechtbank Rotterdam, bevoegd voor Zoetermeer, toetst op misbruik van omstandigheden, zoals in ECLI:NL:RBROT:2022:789 waar een beding na nietige proeftijd werd vernietigd bij een lokale IT-startup. Werkgevers in Zoetermeers innovatieparken moeten het beding strikt loskoppelen van de proeftijd om geschillen te vermijden. Werknemers die overstappen naar concurrenten in de regio, zoals naar bedrijven in het nabijgelegen Delft of Den Haag, doen er goed aan dit te betwisten. Praktijk in Zoetermeer: bij startups vaak misbruik door vage formuleringen in arbeidscontracten om talent vast te houden in de competitieve arbeidsmarkt. Advies: laat het beoordelen door een jurist gespecialiseerd in regio-arbeidsrecht; onderhandel om boetevrijstellingen. De wetswijziging van 2024 versoepelt eisen voor starters, maar biedt geen soelaas bij nietigheid. Zo voorkom je juridische valkuilen bij arbeidsmobiliteit in Zoetermeers dynamische economie. (248 woorden)